5 vragen aan… André ‘t Jong

In deze nieuwe en terugkerende rubriek stellen wij 5 vragen aan een lid van onze grote MZC-familie.
Vijf vragen die uiteraard voornamelijk gaan over voetbal en MZC, maar wie weet leren we ook wel een nieuwe kant van de desbetreffende persoon kennen.

Dit keer hebben wij 5 vragen gesteld aan André ’t Jong. Voor velen bekend als het gezicht van het wedstrijdsecretariaat bij MZC’11 maar nu ook al een tijdje als trainer van de kabouters.

André is geboren in 1960 in Alblasserdam, maar is voor zijn tweede jaar al naar Zierikzee gekomen. Zijn vader werkte in Kinderdijk en ging in Zierikzee bij Smit&Bolnes werken. André is getrouwd met Marianne en heeft een zoon en een dochter. Zijn zoon Arjan speelt bij de senioren, MZC’11 3.

Zelf heeft hij nooit gevoetbald. “Velen zullen weten dat ik uit de zwemsport kom. En ook waterpolo heb gespeeld. Met de opening van het nieuwe zwembad ben ik weer gaan trainen. Om de conditie een beetje op peil te houden.”

1) Van het wedstrijdzwemmen en waterpolo overgestapt naar iets drogers, hoe en vooral ook waarom de stap naar het voetbal?
“Ik heb helemaal niks met voetbal. Dat lijkt vreemd voor iemand die regelmatig op en rond het veld is te zien. Toen Arjan een jaar of zeven was, is hij op voetbal gegaan. En zo ben ik met voetbal in aanraking gekomen. Als voetbalouder dus. Ik ben wat gaan helpen bij het team waar Arjan in speelde, omdat ik vind dat je dat als ouder eigenlijk wel verplicht bent. Het maakt ook niet uit wat je doet, of hoeveel je doet, als je maar iets doet. Dat is hard nodig om de honderden voetballers op zaterdag hun spelletje te kunnen laten spelen.

Bij mij is het begonnen met het invullen van een wedstrijdformulieren. En dat doe ik eigenlijk nog steeds. In de afgelopen jaren heb ik me ook met heel veel dingen “bemoeid”, bijvoorbeeld als leider van een jeugdelftal, bij het organiseren van activiteiten, het jeugdtoernooi, pupillenvoetbalkamp, de jeugdcommissie en tot afgelopen jaar bestuur. Op dit moment ben ik wedstrijdsecretaris voor de senioren en train ik de kabouters.”

2) Je bent trainer van de jongste leden van de MZC familie, de kabouters. Ziet zo een training er anders uit dan bijvoorbeeld de F’jes of misschien al de E’tjes & wordt er veel of meer geduld van je gevraagd?

“Het kost geen enkele moeite om met de jongste mannen en soms vrouwen bezig te zijn. Natuurlijk ziet een training er anders uit als van E-tjes en F-jes. De kabouters kunnen vanaf 5 jaar lid worden en weten dan eigenlijk nog niks. En dat is maar goed ook, want eigenlijk snap ik ook niks van voetbal 😉
Ik hoef me bij de kabouters dus alleen bezig te houden met de dingen die ik zelf begrijp.
Op plaats één daarvan staat dat ze plezier moeten hebben tijdens dat uurtje dat ze komen trainen.”

Buiten de beginselen van het voetbal zelf, krijgen onze kabouters nog wat lessen mee van André. Ook het opruimen hoort bij de training.

“Wat ik steeds laat terugkomen zijn de “randverschijnselen”. Plassen voor de training en niet tijdens de training, in welke kleedkamer moet je omkleden, opruimen van de hoedjes en de ballen, schoenen afkloppen en borstelen, niet met voetbalschoenen in de kantine en plastic bekertjes van de limonade in de prullenbak. Op voetbalgebied laat ik ook een aantal zaken steeds terug komen. Warmlopen, dribbelen en partijtje. En een partijtje is dan bijvoorbeeld een wedstrijd van de muizen tegen de leeuw.”

 

3) Als je één ding/persoon aan MZC zou kunnen toevoegen, wie of wat zou dit zijn, en waarom?
“Een vrijwilligerscoördinator. Er zijn heel veel vrijwilligers nodig binnen de vereniging. Maar er zijn ook heel veel vrijwilligers. Het valt vooral op als ergens geen vrijwilliger voor te vinden is, maar er zijn er veel meer wel dan niet. Doordat ik de jongste leden train kom ik met veel ouders in aanraking. Ik heb niet de indruk dat er veel mensen bij zijn die helemaal niets willen doen. Een vrijwilligerscoördinator moet vooral veel rondjes doen op het sportpark. Met mensen praten. Koffie drinken en kijken wat iemand binnen de vereniging zou kunnen en willen doen. Hoe klein de taak dan ook is. Zo kan hij (potentiële) vrijwilligers koppelen aan een commissielid. “

4) Vanaf het begin ben je betrokken bij MZC. Is er al een hoogtepunt geweest in de afgelopen jaren waar we als club trots op mogen zijn?

“Hoe moeilijk is dat. Ik kan niet één ding noemen. Ik heb meegemaakt dat de tribune gebouwd, er lichtmasten zijn gekomen en hebben we sinds dit jaar kunstgras. Natuurlijk zijn er ook sportieve prestaties geweest. En dan denk ik niet alleen aan de kampioenschappen van het eerste, maar ook van de jeugdteams, en de opmars van het vrouwenvoetbal.”

5) Zaterdags arriveer jij meestal als eerste op Den Hogen Blok om alles klaar te maken voor weer een voetbaldag: Hoe kijk jij ’s avonds op zo een dag terug ? Tevreden dat alles goed is gegaan, of is dat al bijna van zelfsprekend?

“Het komt natuurlijk nooit voor dat alles goed gaat. Op een zaterdag zijn er tussen de 14 en 18 wedstrijden op het sportpark. Dus er is altijd wel wat op te lossen. Een tegenstander die afbelt. Een spelerspas die kwijt is. Een bal die volgens de scheidsrechter niet hard genoeg is (terwijl de bal net knalhard is opgepompt). Gelukkig maar, anders hadden we op het wedstrijdsecretariaat niks te doen. Ik kan dan toch tevreden op zo’n dag terug kijken. Als we (ik doe het niet alleen) het met de collega’s op het wedstrijdsecretariaat toch weer voor elkaar hebben gekregen.”

Toch heeft André nog wel een klein puntje..

“ Soms ga ik ook minder tevreden naar huis. Ik moest even nadenken wat daarvan echt de oorzaak ik. En ik denk dat dit vooral te maken heeft met onverschilligheid. Dan kan ik het gevoel hebben dat steeds meer mensen denken dat alles vanzelf gaat. Dat gevoel krijg ik bijvoorbeeld op een dag wanneer op drie van de vijf velden nog cornervlaggen zijn blijven staan, of het een rommel is in kleedkamers. Of wanneer aan het begin van het seizoen een trainer een kwartier voor de wedstrijd komt vragen waar de tas met shirts van zijn team is.”

6)… Toch nog een kleine bonusvraag: Smaken de leffe’s aan het einde van de zaterdag nog altijd goed, of zijn we toe aan nieuw bier in de kantine? ;]
De Leffe aan het eind van de zaterdag smaakt nog steeds prima. Ik zie het als de afsluiting van de voetbaldag. En of het een Leffe is of een ander merk: Het vooruitzicht is al net zo leuk als het opdrinken!

André en ‘zijn’ kabouters.

 

In deze nieuwe serie is het aan de geïnterviewde om de volgende kandidaat voor ‘5 vragen aan’ aan te wijzen. “Ik kies deze keer voor Sjoerd Hamstra, clubscheidsrechter bij MZC”